Stichting Havensteder is bij arrest van 1 augustus 2017 door het Gerechtshof te Den Haag veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan de heer S. van ‘t H. (hierna te noemen: “cliënt”) voor het onrechtmatig ontruimen van diens huurwoning en het zonder zijn toestemming verwijderen en vernietigen van zijn persoonlijke goederen uit zijn huurwoning. In eerste aanleg had de Rechtbank te Rotterdam nog geoordeeld dat onvoldoende was komen vast te staan dat Stichting Havensteder opdracht had gegeven tot de litigieuze ontruiming. In hoger beroep heeft mr. Ümit Arslan van ons kantoor ten overstaan van het Gerechtshof te Den Haag met succes bepleit dat Stichting Havensteder alsnog verantwoordelijk en aansprakelijk is voor de onrechtmatige ontruiming.
Na een lange afwezigheid wenste cliënt terug te keren naar zijn eigen huurwoning. Eenmaal daar aangekomen kwam hij tot de schokkende ontdekking dat zijn sleutel de voordeur van zijn woning niet meer opende. Vervolgens herkende hij een deel van zijn persoonlijke goederen in een afvalcontainer voor zijn woning. Van zijn overige persoonlijke goederen ontbrak echter ieder spoor. Navraag leverde op dat de woningcorporatie zonder hiervoor een ontruimingsvonnis te hebben, tot het ontruimen van de woning en het vernietigen van zijn persoonlijke goederen was overgegaan. De schade van cliënt liep hierdoor in de duizenden euro’s. Wat hem echter vooral dwars zat, was het feit dat hij van het kastje naar de muur werd gestuurd om te ontdekken waarom de woningcorporatie tot deze actie was overgegaan. Uiteindelijk heeft hij een advocaat in de arm moeten nemen om zijn recht te halen. Na in eerste aanleg in het ongelijk gesteld te zijn door de Rechtbank te Rotterdam, geeft het Gerechtshof te Den Haag hem in hoger beroep wel gelijk.
Volgens het Gerechtshof staat vast dat de woning is ontruimd zonder dat hieraan een ontruimingsvonnis ten grondslag lag. Tussen partijen was namelijk niet in geschil dat daarmee sprake was van een ontruiming zonder titel en dat de ontruiming derhalve onrechtmatig was. Het was weliswaar aan onze cliënt, gelet op de betwisting van Havensteder dat de opdracht tot ontruiming en vernietiging van de inde woning aanwezige goederen door haar is gegeven, om te stellen en te bewijzen dat Havensteder dat wel heeft gedaan. Naar het oordeel van het Gerechtshof heeft cliënt echter afdoende onderbouwd dat Havensteder de opdracht tot ontruiming en vernietiging heeft gegeven.
Havensteder heeft in hoger beroep nog aangevoerd dat nergens uit zou blijken dat de spullen van cliënt vernietigd zijn en dat de goederen zelfs mogelijk zouden zijn opgeslagen. Het Gerechtshof verwerpt echter dit verweer. Het Gerechtshof volgt de lezing van cliënt en overweegt dat vaststaat dat de goederen uit de woning zijn gehaald. Nu op geen enkele wijze is gebleken dat de goederen naar de opslag zijn gebracht, ligt het voor de hand dat er goederen van cliënt zijn vernietigd en dat onze cliënt daarmee schade heeft geleden.
De conclusie van het Gerechtshof is derhalve dat Havensteder onrechtmatig heeft gehandeld jegens onze cliënt en dat zij uit dien hoofde gehouden is de door onze cliënt geleden en te lijden schade aan hem te vergoeden.
Met dit arrest van het Gerechtshof is een jarenlange juridische strijd tussen onze cliënt en Havensteder tot een eind gekomen. Wij bedanken onze cliënt voor het door hem in Arslan & Ersoy gestelde vertrouwen en wij zijn verheugd dat het recht, ook al was hiervoor een hoger beroep nodig, uiteindelijk heeft gezegevierd. Indien u te maken heeft met een soortgelijk geschil met uw verhuurder, dan kunt u te allen tijde telefonisch dan wel per e-mail contact opnemen met een van onze kantoren voor een vrijblijvend intakegesprek met een van onze deskundige advocaten.